Palliatieve sedatie en naasten: Zij misschien opgelucht dat ze haar verhaal kwijt kon en ik in verwarring over haar verhaal
Soms voel ik me als zorgprofessional aangevallen en tekortschieten. Vaker krijg te horen dat men diep respect heeft voor al het werk wat zorgverleners doen en dat het toch ook een soort van roeping moet zijn wil je dergelijk werk volhouden. Maar niet bij deze ontmoeting met iemand die ik zo af en toe tegenkom en we bij praten over wat ons bezig houdt.
Zij was getrouwd met een man die behoorlijk wat jaren ouder was, heeft geen kinderen en haar man leed al geruime tijd aan dementie. De voorlaatste keer dat ik haar ontmoette gaf ze aan dat hij in een verpleeghuis woonde. Ze ging er bijna iedere dag naar toe, deed dan leuke dingen met hem en andere bewoners. Hij herkende haar niet meer en ze gaf aan dat ze al een soort van afscheid van hem had genomen.
Ze was een observeerder; keek kritisch naar de gang van zaken op de unit waar haar man woonde. Trok de conclusie dat ze het harde werken van de zorgverleners wel mee vond vallen, dat ze vooral veel met elkaar overlegde of achter de computer zaten en het contact maken met de bewoners vooral overlieten aan vrijwilligers. Voordat ik daar verder met haar over kon praten kreeg ze een telefoontje; het ging niet goed met haar man en daar ging ze weer.
Ongeveer 3 maanden later kwam ik haar weer tegen. Haar man was ondertussen overleden, niet na dat telefoontje maar wel een paar weken later. We besloten samen ergens een kopje koffie te drinken. Ik vroeg haar hoe alles was gegaan en hoe ze zich voelde? Ja, en toen bleef er geen goed woord over, niet over de zorgverleners, niet over het verpleeghuis en ook niet over de beroepsgroep.
Nadat men was gestart met palliatieve sedatie duurde het nog dagen voordat haar man overleed. Onnodig, vond ze, maar die verpleeghuisarts wilde gewoon niet de morfine snel verhogen! Als ze daar om vroeg kreeg ze vage antwoorden. Als ze het aan de zorgverleners vroeg zeiden die weer dat ze het met de verpleeghuisarts moest overleggen. Ze zag hem wegkwijnen en vond het mensonterend. Wat was het nut om alles nog te rekken, waarom geen hogere dosering, waarom niet dat beetje menswaardigheid op het einde en het sterven versnellen?
En toen haalde ze er van alles bij: zorgverleners die helemaal niet zo slecht werden betaald, dat al het zware werk werd gedaan door tilliften, dat er geen personeelstekort zou zijn als iedereen eens wat meer uren zou gaan werken zodat je vanzelf meer inkomen hebt. Pffff, diep adem halen, deze lieve vrouw zat in een rouwproces, moest zich ergens op afreageren en ik was op dat moment de verpersoonlijking van de zorg. Of was er misschien toch van alles misgegaan, had ze geen goede voorlichting gehad over wat er ging gebeuren, wat palliatieve sedatie inhield, of dat overeenkwam met haar verwachtingen? Werd ze inderdaad van het kastje naar de muur gestuurd?
Ik heb geluisterd, geknikt, aangemoedigd om te vertellen. Soms proberen uit te leggen wat wel en niet kon of mocht maar dat werkte als een rode lap. Na 2 kopjes koffie hebben we afscheid genomen. Zij misschien opgelucht dat ze haar verhaal kwijt kon en ik in verwarring over haar verhaal, over hoe negatief zij de zorg heeft ervaren en hoe moeilijk die laatste periode voor haar is geweest en ze daar geen steun bij heeft ervaren.